Interview Mark van den Brink

Mark van den Brink studeerde fotografie aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, waar hij in 1996 afstudeerde. Hij bleef zich ontwikkelen als freelance fotograaf, maar zijn autonome projecten vormen het belangrijkste onderdeel van zijn werk. Zijn projecten ontstaan op zijn reizen in het binnen- en buitenland. Kenmerkend voor zijn foto’s is het gebruik van een kleine Minox spionagecamera, die hij zo nu en dan combineert met een verrekijker. De Minox is een veel gebruikte spionagecamera. Met zijn kleine formaat (80x27x16mm) kon het gemakkelijk worden verborgen in kleding, holle boeken en koffers. Tijdens de Koude Oorlog gebruikten inlichtingendiensten ze om snapshots te maken van geheime documenten en kaarten. Ook dook deze kleine spionagecamera regelmatig op in de cinema, zo gebruikt James Bond de Minox in ‘On Her Majesty’s Secret Service’. Tussen 1994 en 2005 legde Mark hiermee een archief aan beelden vast welke afgelopen jaar zijn gebundeld in het boek ‘The Minox Files’, wat niet geheel verwonderlijk aanvoelt als het dagboek van een spion.

Hoe ben je terecht gekomen in de fotografie?

In eerste instantie via mijn ouders, die hadden een Nikkormat met verschillende lenzen wat ik erg interessant vond. Toen ik 16 jaar was kreeg ik een oude box camera van mijn oma (6×9 rolfilm) om mee te fotograferen. Hiermee was mijn fascinatie voor de fotografie definitief gewekt. Mijn toenmalige partner, Tessa Posthuma de Boer, rade mij aan om mijn fotografie hobby serieus te nemen en een toelatingsexamen te doen op de Gerrit Rietveld Academie, waar ik in 1992 werd aangenomen.

Wat maakte de Minox ‘spy camera’ voor jou zo interessant?

Ik wilde altijd een camera bij mij dragen om op elk moment en op elke plek te kunnen fotograferen. Ik had daarvoor altijd een spiegelreflex camera bij me, wat niet altijd even handig is. De Minox camera zag ik voor het eerst in Robert Altman’s film ‘Prêt-à-Porter’. Dit was een camera die je gemakkelijk in je broekzak stopt. Precies wat ik zocht om altijd bij mij te kunnen hebben. Achteraf gezien zou je kunnen zeggen dat het een soort smartphone ‘avant la lettre’ was. Zoals je nu jouw telefoon gebruikt om foto’s mee te maken.

Eigenlijk is het Minox archief nog steeds een bron van inspiratie van waaruit ik nieuwe projecten begin met andere camera’s.

Hoe was het om een project van 20 jaar af te ronden in de vorm van een boek?

Fantastisch! Ik dacht gelijk hoe mooi het zou zijn om dit Minox archief een plek te geven in de vorm van een boek. En dan nog wel uitgegeven en ontworpen door Willem van Zoetendaal! Willem benaderde mij via Instagram nadat ik in corona-tijd het één en ander ben gaan posten op Instagram uit dit Minox archief.
Hij kende het werk van voorheen toen ik bij hem in zijn galerie zat. Maar nu heeft het werk in deze tijd toch een andere impact. ‘Intagrammable’ noemde Arjen Ribbens in een interview voor NRC mijn foto’s. Het was enorm veel werk om het archief te ordenen, alles te bekijken en in te scannen. Het samenstellen en keuzes maken heeft vooral Willem gedaan. Ik ben hem daar heel dankbaar voor. Zulke mooie combinaties van foto’s naast elkaar. Het boek klopt helemaal, het formaat, de hoeveelheid foto’s en hoe het is gebonden. Je reist eigelijk een beetje mee door het boek. Na de publicatie van het boek ben ik benaderd door Gallery FiftyOne in Antwerpen waar ik in september een solo expositie gepland heb en daarna is mijn werk te zien bij dezelfde galerie op Paris Photo in november.

Zie jij jezelf in de toekomst nog met andere camera’s werken?

Het Minox archief is ontstaan tussen 1994 en 2005. Toen mijn zoon werd geboren in 2004 ben ik minder gaan reizen en fotografeerde ik vooral in mijn studio; stillevens met name. Eerst deed ik dat met de Minox camera en later met andere camera’s. Olympus Pen F (half kleinbeeldcamera), Holga 6×6 en veel verschillende 110 camera’s.
Maar de Minox is mij lief vanwege het kleine formaat. En toch gaat het met andere camera’s vooral ook om de manier van werken. Ik er van hou om te experimenteren met camera’s, zelf films te snijden, films ontwikkelen en afdrukken in de doka. Allerlei accessoires uitproberen enz. Ik heb die afleiding nodig om tot beelden te komen. Zo blijft het luchtig en kom ik op nieuwe ideeën. Eigenlijk is het Minox archief nog steeds een bron van inspiratie van waaruit ik nieuwe projecten begin met andere camera’s.

Analoge foto’s hebben vaak al een nostalgisch effect, bij jouw foto’s is dit nog vele malen groter, is dat ook waarom je voor dit medium hebt gekozen?

Ik heb daar niet speciaal voor gekozen, wel is het een duidelijk effect van het formaat van het negatief, 8×11 mm. De krassen en ontwikkelingsfoutjes horen erbij. Ik zie ze als een cadeau en soms voegen ze iets toe aan het beeld. Maar vaak ben ik mijn printen eindeloos aan het retoucheren met inkt en een klein kwastje om het stof eruit te halen. Ik zoek ook naar beelden die tijdloos zijn. Details die een foto duiden in een bepaalde tijd laat ik zoveel mogelijk weg. Het tijdloze van de foto’s vind ik mooi. Ik ben natuurlijk wel een beetje een dromer en ietwat poëtisch. Afstand en nabijheid is waar het ook om gaat in mijn foto’s.

De intieme foto’s die in jouw werk te zien zijn maken dat het als een dagboek voelt van jouw leven, was je je daar bewust van tijdens het fotograferen?

Het is ook begonnen als een soort dagboek. Ik fotografeerde alles en iedereen om me heen. Ik was best wel obsessief bezig met fotograferen. Altijd een camera bij de hand. Voorbeelden in de fotografie waren voor mij Wiliam Eggleston en Ed van de Elsken bijvoorbeeld.  Wat voor mij goed werkt is de afleiding van het dagelijkse leven. En dan met één oog de andere kant op. Op zoek naar een foto. Later ben ik wel meer projecten gaan doen, reizen naar de Alpen, New York en Parijs bijvoorbeeld. Soms alleen maar vaak in gezelschap wat net genoeg voor afleiding zorgde.

Meer zien van Mark van den Brink? Klik hier voor zijn website.

Lees ook

03.04

De shortlist van de Palm* Photo Prize 2024

01.04

Ilias Bardaa en zijn visuele ode aan de Maghreb en Amazigh Gemeenschap

25.03

Over beeldvorming en identiteit, een interview met fotograaf en onderzoeker Cigdem Yuksel